15 oktober biedt een kans om de aandacht te vestigen op de situatie van vrouwen op het platteland in Iran en om ze te steunen en om het belang te benadrukken van hun rol als arbeidende mensen.
Sinds 2008 hebben de Verenigde Naties 15 oktober uitgeroepen tot International Day of Rural Women (internationale-dag-van-de-boerin) om gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen en om boerinnen op het platteland sterker te maken.
Vrouwen op het platteland spelen een belangrijke rol bij het uitroeien van honger en armoede, aangezien haast 42% van de plattelandsvrouwen betrokken is bij de landbouwsector. De meerderheid van de vrouwen vormt de agrarische beroepsbevolking en draagt bij aan de onbetaalde dagelijkse zorg voor de veestapel.
15 oktober is uitgeroepen uit naam van de boerinnen om in de samenleving bewustwording te creëren van de onopgemerkte en ondergewaardeerde bijdrage van vrouwen op het platteland.
Deze dag vormt een goede gelegenheid om zich te verdiepen in het lot van Irans boerinnen ( plight of Iran’s rural women ) en om het belang van hun rol te benadrukken. Zij hebben altijd een cruciale rol gespeeld in de pijlers van de economie. Sommigen werken in de landbouwproductie, veehouderij en zijn vakvrouwen.
Ofschoon deze vrouwen een belangrijke rol vervullen, leiden zij een rampzalig leven vol armoede, leed en slavernij. Over het algemeen krijgen zij niet betaald en hun bijdragen aan de economie en de maatschappij worden genegeerd.
Om zich te kunnen ontwikkelen en creatief te zijn, moeten boerinnen talloze obstakels overwinnen en uitdagingen aangaan.
Kind-huwelijken en voortijdig schoolverlaten, huiselijk geweld en gebrek aan kennis van hun wettige en sociale rechten vormen enkele van deze obstakels.
Bovendien gaan boerinnen blijvend gebukt onder een slechte gezondheid en zwaar werk, terwijl in het hele land dorpen geconfronteerd worden met een watertekort.
Onder het patriarchale regime van de moellahs hebben vrouwen op het platteland beperkt toegang tot deelname aan sociale activiteiten.
Een "goede" vrouw wordt gedefinieerd als iemand die, binnen de familie, alle ontberingen kan doorstaan, hard kan werken, iedereen dienen en de familie bij elkaar houden door haar eigen behoeften op te offeren voor alle anderen.
Het repressieve beleid van het regime heeft de toestand voor boerinnen in Iran verslechterd: zij zijn veel kwetsbaarder dan in het verleden..
Het volgende rapport onderzoekt de voornaamste aspecten van de toestand van boerinnen in Iran van 2020 tot 2023.
Onbetaalde Arbeiders
Elke regering die sociale welvaart en economische orde wil ontwikkelen, moet aandacht besteden aan wat boerinnen nodig hebben en met hen samenwerken, omdat zij de helft van de actieve beroepsbevolking in de plattelandseconomie vormen.Jammer genoeg wordt in Iran de arbeid van plattelandsvrouwen als minderwaardiger beschouwd dan die van mannen. Hun inkomen is bijna nihil en hun situatie is het beste voorbeeld van onbetaalde arbeid.
Deze vrouwen ervaren ( unimaginable gender inequality ) onvoorstelbare ongelijkheid tussen man en vrouw en ondervinden traumatische gevolgen van de patriarchale infrastructuur onder een autoritair en vrouwen hatend regime.
Werkgelegenheidsstatistieken
Het aandeel van vrouwen in de werkgelegenheid is hoger dan dat van mannen in de diensten- en landbouwsector en hun aandeel lager in de industriële sector.
Ongeveer 53 van elke 100 vrouwen die werken in Iran, werken in de dienstesector. Nog eens 26 per 100 zijn werkzaam in de industriële sector en 20 op de 100 in de agrarische industrie.
Veel vrouwen op het platteland verrichten per dag 15 à 16 uur zwaar werk, met als gevolg ernstige stress en spanning.
Van de 10 miljoen boerinnen in Iran, die 12,4 % van de bevolking uitmaken zijn er 6 miljoen 18 jaar oud of jonger. Deze vrouwen en meisjes spelen een onmisbare rol, zowel in het onderhoud van hun familie als in het leveren van landbouwproducten en voedselzekerheid voor het land.
Meer dan 70 % van de arbeid die gerelateerd is aan vee en pluimvee komt voor rekening van boerinnen en nomadische vrouwen.
Plattelandsvrouwen nemen ongeveer 40% van de land- en tuinbouwactiviteiten voor hun rekening en meer dan 80 % van de traditionele agrarische productie.
Het Centrum voor Studie en Planning voor de Agrarische Economie in de provincies Bushehr en Homozgan verklaarde “dat vrouwen 50% van het werk voor het plantgoed, 60% van de arbeidskrachten en 65% van het werk aan de oogst leveren.
“In de provincies Gilan en Mazandaran zijn ongeveer 63% van de werknemers in de veehouderij vrouwen. Daarom spelen de plattelandsvrouwen in het land een belangrijke rol op het gebied van de veeteelt.” 2
Hemmat Bagherzadeh, CEO van de West-Azerbeidzjaanse Unie voor Plattelandscoöperaties, betreurde het lage aantal betaalde plattelandsvrouwen in de provincie, met de woorden: “Misschien oefenen 4 van de 1.000 vrouwen een economische activiteit uit en hebben zij banen die een bron van inkomsten vormen.”
Daar veel boerinnen die bijdragen aan de landbouw en veeteelt ook binnenshuis verantwoordelijkheid dragen, worden zij bij het ontwikkelen van arbeidsstatistieken beschouwd als thuiswerkers. Dit betekent dat vrouwen niet worden meegeteld en dit is dus een duidelijke fout bij de gegevensverzameling!
Afhankelijkheid en het ontbreken van vast werk
Het ontbreken van onafhankelijke inkomsten maakt dat vrouwen op het platteland van hun man afhankelijk zijn, en op die manier wordt hun mogelijkheid om besluiten te nemen, keuzes te maken of deel te nemen aan essentiële zaken ingeperkt.
Deze vrouwen hebben vaak deeltijd werk, seizoensarbeid of informele, slecht betaalde banen en zelden hebben zij een arbeidscontract. Gezien het ontbreken van vast werk zijn zij altijd bevreesd hun baan te verliezen en zijn zij verstoken van hun rechten gedurende zwangerschap.
Volgens onderzoek ter plaatse naar vrouwen die een ambacht uitoefenen zijn de belangrijkste obstakels het ontbreken van overheidssteun, van economische infrastructuur om producten af te zetten, van lange-termijn opbrengsten, van scholingsmogelijkheden en van beschikbaarheid van grondstoffen.
Parichehr Soltani, secretaris van de werkgroep voor vrouwen op het platteland bij nomadische stammen en in achtergebleven gebieden, van het Directoraat Voor Vrouwen- en Gezinszaken, zei: “Over het algemeen is er niets gedaan wat betreft de materialen die plattelandsvrouwen nodig hebben voor het produceren van vakwerk. Bijvoorbeeld: elke bol gesponnen garen kost minstens 60.00 à 70.000 Tomans, maar als gevolg van het feit dat de vrouwen geen toegang hebben tot markten, worden zij gedwongen dit garen en aanverwante producten aan tussenhandelaren te verkopen voor één derde van de prijs. Dus deze vrouwen worden geëxploiteerd door de tussenhandel!”
Vrouwen en meisjes in het dorp Dishmuk, in Kohgiluyeh en in de provincie Boyer Ahmad hebben groot talent voor het maken van vakwerk. Door het ontbreken van overheidssteun worden zij ertoe gedwongen thuis te blijven en depressief te worden.
Als de overhead hun werk zou steunen, konden zij een waardevolle rol spelen voor het arbeidspotentieel en bijdragen aan de economie. Het is mogelijk deze vrouwen in hun kracht te zetten en ze een rol te laten spelen in de plattelandseconomie. Helaas betekent het antifeministische standpunt van het regime, dat er in dit opzicht geen actie wordt ondernomen.