Iraanse moeder en haar zoon, leden van de Bahai geloofsgemeenschap, gevangen gezet in Shiraz, zuidwest Iran.

Iranian-Bahai-mother-and-son-detained

Op 23 september jongstleden zijn een Iraanse Bahai moeder en haar zoon vastgezet in Shiraz. Hun namen zijn Haideh Mosali Nejad en Mehran Mosali Nejad. De dag ervoor hadden veiligheidstroepen hun huis bestormd en enkele persoonlijke goederen in beslag genomen, maar omdat ze niet thuis waren, konden ze toen niet gearresteerd worden. Hun huis was al twee keer eerder overvallen.  

Op 22 september hebben veiligheidstroepen Moein Misaghi en Negareh Qader, eveneens uit Shiraz, gevangen genomen en naar een onbekende locatie overgebracht. Volgens een welingelichte bron is het huis van meneer Misaghi in maart ook al eens door veiligheidstroepen doorzocht.

Op 21 september zijn twee ander Bahai inwoners van Shiraz, Soroush Abadi en Kiana Shoaei, veroordeeld tot 3 jaar en 3 maanden gevangenisstraf en een tweejarig verbod om het land te verlaten.  

Onofficiële bronnen gaan uit van meer dan 300.000 leden van de Bahai geloofsgemeenschap in Iran. De Constitutie van de Islamitische Republiek van Iran erkent echter alleen het Islamitische, Christelijke, Joodse en Zoroastrische geloof en dus niet het Bahaisme.

Sinds de Islamitische Revolutie van 1979 in Iran zijn de Iraanse Bahai systematisch vervolgd vanuit de overheidspolitiek. In de eerste tien jaar van deze vervolging zijn meer dan 200 Iraanse Bahai gedood of geëxecuteerd. Vele honderden zijn gemarteld of gevangen gezet en tienduizenden zijn hun baan, hun toegang tot onderwijs en andere rechten verloren, dit alles alleen door hun religieuze overtuiging.  De vervolging van de Iraanse Bahai gaat nog steeds door,  met tientallen Bahai gelovigen die wegkwijnen in de gevangenissen van Iran.